Tezamen met dat andere masterplan, Arnhem Centraal, geldt het Rijnboogproject als hét hoofdpijndossier van menig Arnhems politicus. Behalve veel overwerk van wethouders en ambtenaren hebben beiden projecten vooral hun ambitieniveau gemeen. Want ondanks het voor de hand liggende gegeven dat beiden projecten bij de Arnhemse bevolking zéér omstreden zijn kan moeilijk worden ontkend dat Arnhem de lat hoog legt.
Met het Rijnbooggebied wordt hoofdzakelijk de Zuidelijke binnenstad van Arnhem bedoeld. Maar ook het gebied tussen het centrum en het station, het zogeheten Coehoorn-gebied en de krul van de Nelson Mandelabrug, gelden als onderdeel van het plangebied. Daarmee is gelijk ook een van de grootste zwakheden benoemd van het masterplan: de omvang. Rijnboog is zodanig veelomvattend dat de lijst met mensen en instanties die op een of andere manier met het project te maken hebben of gaan krijgen, bijzonder lang is. Het is, tezamen met de ingestorte vastgoedmarkt en de onzekerheid van subsidies, een van de grote hoofdbrekers van het project.
Het allereerste begin van het masterplan Rijnboog dateert, net als van het station, uit het einde van de vorige eeuw. Arnhem had het in de Tweede wereldoorlog zwaar te verduren gekregen. Dat geldt met name voor het centrum en de omgeving van de oude Rijnbrug. Na de oorlog moesten er snel spijkers met koppen geslagen worden en werd er in het gebied grootschalig nieuwbouw gepleegd in de inmiddels zo verfoeide wederopbouwarchitectuur. Het knusse middeleeuwse stratenpatroon maakte plaats voor rechte wegen met grote, onpersoonlijke gebouwen. Over de functie van het centrum werd nauwelijks nagedacht. In de ogen van de hedendaagse planologen en gemeentebestuurders geldt het gebied als een barrière. Een barrière tussen centrum en de Rijn en daar aanwezige horeca. De barrièrewerking wordt verder versterkt door de aanwezigheid van de Weerdjestraat, een drukke weg dwars door het gebied.
Het masterplan Rijnboog beoogt het gebied te revitaliseren en tot een levendig onderdeel van het centrum te maken. Dat wil men doen door enerzijds functies en voorzieningen naar het gebied te halen en anderzijds door de verblijfskwaliteit te vergroten door zowel de openbare ruimte als de bebouwing flink te verbeteren. Concreet wil men woningen, horeca en winkels naar het gebied halen. Niet alleen worden die zaken onmisbaar geacht bij het verlevendigen van het Rijnbooggebied, maar ook zijn de opbrengsten hiervan noodzakelijk voor de financiering van het project.